pubes
pubes (-es, -es), - (Lat.) geslachtsrijp; bij uitbreiding de teekenen der geslachtsrijpheid dragend, behaard, zachtharig.
Dr. C. A. Backer (1936)
pubes (-es, -es), - (Lat.) geslachtsrijp; bij uitbreiding de teekenen der geslachtsrijpheid dragend, behaard, zachtharig.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
schaambeharing, als deel van de tertiaire beharing een secundair geslachtskenmerk: bij de vrouw met horizontale bovengrens, bij de man puntig oplopend naar de navel toe.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
I. bĕris, manbaar, mannelijk, volwassen; (poët.) = uitgegroeid, sappig, folia, Verg.; s u b s t., puberes, volwassenen, Caes., Liv. II. is, f. mannelijke leeftijd, de manbaarheid. | meton., schaamdelen; weerbare manschap (ook poët. overdr., van stieren); (poët.) mannen, lieden, volk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: