Wat is de betekenis van Prove?

2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Prove

(preuve) (Lat. provenda), v. (-n), 1. (hist.) jaarlijks inkomen uit geestelijke goederen, door een bisschop te vergeven aan een clericus, inz. een kanunnik, als vergoeding voor een geestelijke bediening; 2. jaarlijkse toelage in een stift, een godshuis, een hofje, in geld of in goederen uitgereikt, om de bewoners tegemoet te komen in hun le...

2025-07-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Prove

[MLat. provenda; zie prebende; vgl. Eng. provender = voer] levenslang onderhoud door liefdadige inrichting.

2025-07-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Prove

(preuve) levenslang onderhoud; jaarlijkse toelage (door een liefdadigheidsinstelling)

2025-07-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Prove

inkomen uit geestelijke goederen, i.h.b. die van een kanunnik; toelage aan bewoners van stift, hofje, enz.

2025-07-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

prove

I. bewijzen, aantonen; de proef maken (nemen) op [een som]; (een) proef trekken van [een plaat]; proberen; op de proef stellen, beproeven; II. he has still to prove himself, hij moet nog laten zien, wat hij kan, zijn sporen nog verdienen; a precious doctor he has proved himself, heeft hij bewezen te zijn; III. blijken (te zijn).

2025-07-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

prove

v. lijfrente, levenslange verzorging ln een liefdadig gesticht; zie prebende.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

prove

v. proven (Lat. provenda: liefdegave; gift in brood, vlees enz.; levenslang onderhoud in of door een liefdadig gesticht).

2025-07-24
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

prove

v. lijfrente.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

prove

('pro:və) v. (-n) [Lat. praebenda d. i.] wat aan te bieden is nl. I. Eig. I. Eert. jaarlijks inkomen uit geestelijke goederen door een bisschop gegeven inz. aan een-kanunnik, ais vergoeding vooreen geestelijke bediening. 2. jaarlijkse toelage in een stift, een godshuis enz. aan de bewoners uitgereikt. II. Metn.[ van 11 ] bediening, ambt da...