Protozoa
(G., zoo-on = dier), eencellige dieren, stam van dierenrijk. Belangrijk bestanddeel van plankton. Vier klassen. 1) Flagellaten of Zweepdiertjes; 2) Rhizopoda of Wortelpotigen; 3) Sporozoa of Sporediertjes; 4) Ciliata of Wimperdiertjes.
G. Th. van Kempen (1974)
(G., zoo-on = dier), eencellige dieren, stam van dierenrijk. Belangrijk bestanddeel van plankton. Vier klassen. 1) Flagellaten of Zweepdiertjes; 2) Rhizopoda of Wortelpotigen; 3) Sporozoa of Sporediertjes; 4) Ciliata of Wimperdiertjes.
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
(mv. van protozoön), de primitiefste diersoort, ééncellige organismen, meestal in vier klassen verdeeld: 1. sarcodina, bewegen zich voort door plaatselijk uitstulpen van het protoplasma (pseudopodiën) ; bijv. entamoeba histolytica (zie dysenterie). 2.mastigofora, hebben één of meer zweepdraden (flagella); bijv....
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: