poppensnor
(overijverige) politieagent; lepert In 1941 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1972 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, van Endt en Frerichs. Naar de zwaarbesnorde Amsterdamse politieagent Hendrik Blonk (1893-?), bijgenaamd Pietje Poppesnor of Snorrekop. Blonk werkte bij bureau Raampoort in Amsterdam en ston...