Wat is de betekenis van Pietje poppensnor?

2025-07-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Pietje Poppensnor

(1941) (Barg.) noeste speurder. Ook als bijnaam voor iemand die zwaar besnord is. Vaak verkort tot 'poppensnor'. Genoemd naar de Amsterdamse politieagent Hendrik Blonk, die in de jaren dertig van de twintigste eeuw faam verwierf als een van de hardnekkigste boevenvangers. • Meestal laten ze een persoonsbewijs zien waarop dan staat: ‘Onbe...

2025-07-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Pietje poppensnor

slangben. voor een noeste speurder. Ook als bijnaam voor iemand die zwaar besnord is. Vaak verkort tot poppensnor. Genoemd naar de Amsterdamse politieagent Hendrik Blonk, die in de jaren dertig faam verwierf als een van de hardnekkigste boevenvangers. Even later riep één van onze jongens: ‘Poppesnor.’ (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelf...