Plomp (3)
Plomp (3) - Plomp bn. bw. (-er, -st), grof, zwaar; het tegengestelde van fijn, sierlijk: plompe voeten, schoenen; plompe meubelen; — onhebbelijk, onbeleefd, lomp : een plompe kerel; in plompe taal gaf hij zijne meening te kennen; op plompe wijze groeten, een plomp gelaat, grof; — plompe scherts, onhebbelijk, grof en ruw; — eene...