Wat is de betekenis van plomp?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plomp

I. PLOMP I. tw., klanknabootsing van het geluid waarmee een zwaar voorwerp in een vloeistof valt: daar viel hij, plomp! in eens in het water; II. zn. m. (-en), 1. geluid dat een vallend lichaam in een vloeistof maakt: wij hoorden twee plompen: twee personen warm in het water gesprongen ; 2. geluid van een op de grond vallend licha...

2025-07-25
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

plomp

Het woord plomp kan verschillende betekenissen hebben, afhankelijk van de context. Het wordt gebruikt in de volgende contexten: - (bijvoeglijk naamwoord) onhandig of lomp: Iemand of iets dat grof of weinig elegant is. Bijvoorbeeld: "Zijn bewegingen waren nogal plomp." - (zelfstandig naamwoord) water of vijver: Een stilstaand stukje...

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

plomp

1) (19e eeuw) (Barg.) water (van gracht of kanaal). In de Zaanstreek: de plomperd. 'De grote plomp': de zee. 'In de plomp gooien': in het water gooien. • Met zoo'n vletje op de groote plomp... potsterdik maat... dan be' je toch ommers de keizer!’ (M.J. Brusse: Landlooperij. 1906) • 'Als ie binnen 't uur mijn huis niet uit is, gaat...

2025-07-25
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

plomp

water, gracht In 1731 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, achter in het boek Cartouche, of de Gestrafte Booswicht, in de samenstelling plompbuyzer voor ‘wateremmer’. Vervolgens, in 1752, als plompe voor ‘water’. Ook aangetroffen als ploemp en plomeperik. ‘Regenen’ werd wel ploempen genoe...

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plomp

plomp - bijvoeglijk naamwoord 1. grof en zwaar gebouwd ♢ hij heeft een plomp uiterlijk Bijvoeglijk naamwoord: plomp ... is plomper dan ... het plompst de/het plompe ... ...

2025-07-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

plomp

In een variant op het verwensingsvers stik, verrek, verrot, verteer enz. komt de regel voor doe niet zo lomp, val in de plomp! Het zelfstandig naamwoord plomp betekent letterlijk ‘poel, gracht’. Als men iemand toewenst in de plomp te vallen, moet men wel een onnoemelijke hekel aan hem hebben. zie doodvallen.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

plomp

grof, swaar.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Plomp

adj. & adv., plomp, bot, plodsk, plodzich; (van aard), bolbjirken; — zijn mening zeggen, mei de klompen yn it spul komme, der mei de heksebile, stompe bile op yn slaen, houwe.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Plomp

gele (Nuphar luteum), plant uit de waterleliefam.* Vijf gele kelkbladen, veel kleine glimmende, gele kroonbl. Veel meeldraden. Stempel met 10-20 stralen. De welriekende bloemen zijn dag en nacht open.