Wat is de betekenis van Ploegen (1)?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Ploegen (1)

Ploegen (1) - Ploegen (ploegde, heeft geploegd), het land met den ploeg omwerken : het land voor den eersten keer, voor den tweeden keer ploegen; — (fig.) de zee ploegen, doorklieven, bevaren; — het strand (de rotsen) ploegen, nutteloos werk doen; — zwaar werk verrichten, zwoegen; — (timm.) met de ploegschaaf ploegen of m...