Wat is de betekenis van Plat (2)?

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Plat (2)

Plat (2) - Plat o. (-ten), plat dak, dat een huis of een deel van een huis bedekt en gewoonlijk met zink of lood bekleed is: op zijn plat zitten, staan; op het plat klimmen; — terras; — (krijgsw.) hoog aardewerk dat boven plat is; — de vaste en ondoorschijnende deelen in de kant; — vlak, platte zijde: het plat van den deg...