Plaats en tijd
(philos.), extrinsieke en dus relatieve bepalingen der zinnelijk-stoffelijke dingen. Ze zijn niet oorzaak en grond dezer dingen, maar ver nderstellen ze. Beide behooren tot de continue → kwantiteit, die deelbaar is tot in het oneindige: de potentieele plaatselijke deelen bestaan naast elkaar (continuüm permanens), de potentieele tijdsdee...