Wat is de betekenis van Peter Jacob COSIJN?

2025-07-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Peter Jacob COSIJN

Nederlands taalgeleerde (Rijswijk 29 Nov. 1840-Leiden 30 Aug. 1899), studeerde te Leiden en was sedert 1879 hoogleraar aan de universiteit aldaar Bibl.: Nederlandsche Spraakkunst (Etymologie 1867, Syntaxis 1869); De Oud-Nederlandsche psalmen (1873); Altwestsachsische Grammatik (2 dln, 1883-1888); Aanteekeningen op den Beowulf (1892); talrijke art....

2025-07-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Peter jacob cosijn

Nederl. taalgeleerde, geb. 29 Nov. 1840 te Rijswijk, studeerde te Leiden in de letteren, was eerst conrector te Winschoten, daarna leeraar in de nederl. taaien letterkunde te Haarlem, en werd in 1879 hoogleeraar in de nederl. taal aan de hoogeschool te Leiden, aan welke hij voor den cursus 1898/99 rector magnificus was; hij overl. 30 Aug. 1899. Hij...