Wat is de betekenis van paasbloem?

v. (-en), 1. volksn. voor verschillende planten, b.v. het madeliefje, de gele narcis en de sleutelbloem; — 2. (fig.) nieuw kleedje dat men op Pasen voor het eerst aandoet (voornamelijk bij meisjes): zij heeft een paasbloem (paasbloemetje) aan. 3. zij die een nieuw kleedje op Pasen aan heeft: zij is een paasbloem.

narcis Met gefronste wenkbrauwen boog Tamara zich geconcentreerd over de paasbloemen die sinds vorige week in Bea’s voortuintje hun kop boven de grond staken. (Kristien Hemmerechts, Donderdagmiddag halfvier) Ook andere bloemen, zoals de judaspenning, het madeliefje en de pinksterbloem worden soms 'paasbloem' genoemd...

(de, -en) gele narcis. De traditionele paasbloem met zijn kuikengele trompet tegen een achtergrond van al even gele kroonblaadjes is nog steeds dé lenteklassieker in heel wat voortuintjes. - GvA, 30-03-2002.

Alg. gebr. ben. voor de gele narcis. - Daarnaast ook paaslelie.

v. -en (1 bloem, die omstreeks Pasen bloeit; 2 de naam van verschillende planten, o. a. gele narcis, Lat. narcissus pseudonarcissus): 1 het madeliefje, de koekoeksbloem zijn paasbloemen: 2 de lichtgele kelken der paasbloemen; paasbrood o. -broden (ongezuurd brood van tarwe en water, bij de Israëlieten; ook: krentenbrood, dat bij de eieren...

('pa:z) v. (-en) 1. Eig. bloem die omstreeks Pasen bloeit: de koekoeksbloem, het madeliefje, de gele narcis en de sleutelbloem zijn -en. 2. Metf. persoon die een nieuw kleed op Pasen aan heeft. 3. Metn. [van 2] nieuw kledingstuk dat men op Pasen voor het eerst aandoet.

...