overtrekken (diversen)
(overtrok, heeft overtrokken), 1. bedekken, bekleden: een stoel met leer overtrekken, een kussen overtrekken, er een sloop over doen; 2. (luchtvaart) het loslaten van de luchtstroming aan de bovenkant van een vliegtuigvleugel als gevolg van een te grote invalshoek; 3. van een bankrekening meer trekken (opnemen) dan het saldo bedraagt; (vandaar) o...