Wat is de betekenis van Opzeg?

m., (Zuidn.) opzegging: iem. opzeg doen, hem aanzeggen dat hij zijn land moet laten liggen, zijn huis verlaten; hij heeft zijn opzeg gekregen.

opzegging Net zoals de overheid de taak heeft bij voorrechten en hypotheken het eerste lid af te schaffen (een libertijns breekpunt: waarom zouden de kosten van de Staat, de curator of de begrafenisondernemer moeten worden bevoorrecht?), net zoals ze de taak heeft het huwelijk niet te bevoordelen ten opzichte van het concubinaat, net zoals ze d...

(de) opzegging, opzeggingstermijn’ - zijn opzeg geven, ontslag nemen. - iemand zijn opzeg geven, iemand ontslaan of de huur opzeggen. De opzeg is een regelmatige beëindiging van het arbeidscontract. Beide partijen kunnen de opzeg geven, om diverse redenen. - BvL, 22-11-1995. - zijn opzeg krijgen, zijn ontsla...

M. betr. t. het sociaal recht: opzegging; ook: opzeggingstermijn; - zijn opzeg doen, ontslag nemen, ook: de huur opzeggen; iem. zijn opzeg geven, iem. ontslaan, opzeggen; zijn opzeg krijgen, zijn ontslag krijgen, opgezegd worden. De overeenkomst kan in dit geval door de sutdent ten allen tijde verbroken worden zonder naleving v...

m. (Z.-N. opzegging): hij heeft opzeg gekregen, de huur is hem opgezegd.

m., (gew.) opzegging.

Opzeg - m. (Zuidn.) opzegging; iem. opzeg doen, iem. opzeggen, dat hij zijn land moet laten liggen, zijn huis verlaten.

...

...