(de) opzegging, opzeggingstermijn’
- zijn opzeg geven, ontslag nemen.
- iemand zijn opzeg geven, iemand ontslaan of de huur opzeggen.
De opzeg is een regelmatige beëindiging van het arbeidscontract. Beide partijen kunnen de opzeg geven, om diverse redenen. - BvL, 22-11-1995.
- zijn opzeg krijgen, zijn ontslag krijgen.