Wat is de betekenis van Opslaan?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opslaan

(sloeg op, heeft en is opgeslagen), 1. opwaarts, in de hoogte slaan; met een slag of ruk omhoog brengen: een bal, een tip opslaan; — (kolfspel) een bal opslaan, de paal met de bal raken ; op- en opslaan, door het uitslaan de achterpaal en door het terugslaan de voorpaal raken ; — de hengel snel ophalen: als zijn hart hem zegt dat hij be...

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opslaan

opslaan - onregelmatig werkwoord uitspraak: op-slaan 1. zorgen dat het blijft ♢ de spullen zijn opgeslagen in het pakhuis 2. een bal met een bepaalde slag in het spel brengen ♢ zij maakte bij he...

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

opslaan

opgeslaan, oplig (oë); omvou (kraag), oprig (tent); verhoog (prys); na bo klap; opkom sonder gesaai te wees; opspring (koeël); berg (goedere); uit grond opstyg (lug).

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opslaan

v., opslaen.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opslaan

sloeg op, h. (1, 2, 3, 4, 5, 7), i. (6) opgeslagen (1 opwaarts slaan, in de hoogte slaan; 2 van ogen of de blik; omhoogrichten; van gesloten ogen: openen; 3 openen; openslaan; 4 in elkaar slaan, samenstellen, oprichten, doen verrijzen; fig. vestigen; 5 verhogen, duurder maken; 6 duurder worden; 7 opstapelen in een pakhuis; 8 opdoen, aanschaffen): 1...

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opslaan

('op) (sloeg op, opgeslagen) I. (heeft) 1. door slaan in de hoogte doen gaan: een bal -. 2. in de hoogte brengen: de mouwen -; de neerhangende bladen van een tafel -; zijn schort -; de kraag van zijn jas -. 3. omslaan: zijn broek -. 4. in de hoogte richten: een blik -; de ogen uit verlegenheid niet durven -. 5. verhogen (in prijs): het vl...

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opslaan

(sloeg op, heeft en is opgeslagen), 1. (overg.) opwaarts, in de hoogte slaan: met een slag of ruk omhoog brengen: een bal opslaan; (kolfspel) een bal de paal met de bal raken; open door het uitslaan de achterpaal en door het terugslaan de voorpaal raken; de hengel snel ophalen; 2. (onoverg.) draaiend, scharnierend omhoog gaan: opslaande vensters;...

2025-07-29
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Opslaan

Opslaan - van koopwaren: 1. In prijs rijzen, duurder worden. 2. Op een zolder, in een pakhuis bergen, om tijdelijk te bewaren. 3. Voorraad van iets inslaan, opdoen, koopen.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Opslaan

Opslaan (sloeg op, heeft en is opgeslagen), opwaarts, in de hoogte slaan : een bal, een tip opslaan; — (balspel) een bal opslaan, den paal met den bal raken; opslaan, door het uitslaan den achterpaal en door het terugslaan den voorpaal raken; — opzetten ; den kraag van zijne jas opslaan; — omslaan : zijne mouwen, de broekspijpen...