Wat is de betekenis van Ŏpĕror?

2025-07-21
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ŏpĕror

dep. (1), werken, arbeiden, bezig zijn; 1. c. dat., (een godsdienstige handeling) verrichten, zich wijden aan, vand. operatus = verrichtende, zich wijdende aan, - bezig houdende met enz., sacris, Hor., Liv., ook, c. dat., (een godheid) dienen, - offeren, Curt., Ov., absol. = een offer brengen, de godheid dienen, Prop., Tac. 2. in &rsq...

Gerelateerde zoekopdrachten