Wat is de betekenis van oogopslag?

2025-07-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oogopslag

m., 1. daad van het oog of de ogen op te slaan, één blik: met een (enkele) oogopslag; bij de eerste oogopslag, dadelijk; — wijze van de ogen op te slaan: zijn oogopslag is vrij; 2. (w. g.) tijd tot een oogopslag nodig, ogenblik: in een oogopslag vermoedde zij de waarheid.

2025-07-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oogopslag

oogopslag - zelfstandig naamwoord uitspraak: oog-op-slag 1. manier van kijken ♢ Ilonka heeft een vriendelijke oogopslag 1. het in één oogopslag zien [direct] Zelfstandig naamwoord...

2025-07-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

oogopslag

blik v/d oog.

2025-07-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oogopslag

s., (each)opslach; donker van —, swart fan opsjocht, opsicht.

2025-07-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oogopslag

m. (blik): in (of: met) één oogopslag alles zien, dadelijk, terstond; bij de eerste oogopslag; de oogopslag v. d. Hollandsen jongen is vrij.

2025-07-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

oogopslag

('o:g) m. (–en) 1. Eig. blik : in, met een (enkele) –; bij de eerste –; de – van de Hollandse jongen is vrij, bij ’t brutale af. 2. Metf. ogenblik : in één – vermoedde hij de waarheid.

2025-07-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

oogopslag

m., 1. blik: met een (enkele) oogopslag; bij de eerste oogopslag, dadelijk; wijze van de ogen op te slaan: zijn is vrij; 2. tijd die voor een oogopslag nodig is, ogenblik: in een oogopslag vermoedde zij de waarheid.

2025-07-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)