Onverwin(ne)lijk
bn. (-er, -st), (hog. st.) niet te overwinnen, onoverwinnelijk: wees fier en onverwinlijk; een onverwinnelijke afkeer, schuchterheid.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), (hog. st.) niet te overwinnen, onoverwinnelijk: wees fier en onverwinlijk; een onverwinnelijke afkeer, schuchterheid.
J.H. van Dale (1898)
bn. (-er, -st), niet te overwinnen, onoverwinnelijk: wees fier en onverwinlijk; een onverwinnelijken afkeer van iem. of iets hebben. ONVERWIN(NE)LIJKHEID, v.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: