Onrijp
bn. (-er, -st), 1. nog niet ten volle rijp: on'rijp fruit; — (bosb.) onrijp hout, waarvan het weefsel nog niet verhout is, (ook) dat nog te jong is voor het bedrijfsdoel. 2. (van pers.) nog niet tot volle ontwikkeling gekomen: — niet rijp van geest, onbezonnen: het on'rijp oordeel der jeugd; hij is nog...