De vaders hebben onrijpe druiven gegeten, de tanden der kinderen zijn stomp geworden.
Druif, Ezechiel 18: 2, Jeremia 31: 29. Dit spreekwoord bestond reeds bij de Israëlieten en beteekent bij ons evenals bij hen: de kinderen dragen de straf, ondervinden de droevige gevolgen van de zonden hunner ouders. Het hier gebruikte beeld is aan de schadelijke werking van het zuur op de tanden ontleend, zie Spr. 10: 26. De gedachte er in...