Wat is de betekenis van Normal-?

2025-07-25
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Normal-

(norma, richtsnoer, regel), voorvoegsel bij Duitsche vaktermen, dat in het Nederlandsch vaak — in strijd met het taalgebruik — als voorvoegsel (normaal-) in plaats van als afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord wordt gebezigd, en dat dan beteekent „overeenkomstig de overeengekomen eenheid”. N. electrode, prikkelelectrode met een...

2025-07-25
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Normal-

(norma, richtsnoer, regel), voorvoegsel bij Duitse vaktermen, dat in het Nederlands vaak — in strijd met het taalgebruik — als voorvoegsel (normaal-) wordt gebezigd in plaats van als afzonderlijk bijvoeglijk naamwoord, en dat dan betekent „overeenkomstig de overeengekomen eenheid”. N. electrode, prikkelelectrode met een dwar...