nitidus
nítidus, (-a, -um), - van Lat. nitēre, glanzen: glanzend, bij uitbreiding: sierlijk.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
blinkend, blank, glinsterend, helder. | overdr., schoon, schitterend, prijkend, en wel: (van dieren) vet, glad; (van mensen) doorvoed, welgedaan, ook = mooi, net, sierlijk; (van akkers en planten) bloeiend, weelderig; (van rede en redenaar) mooi, zuiver, keurig. nitor I. nītor, nīsus en nixus sum (3); 1. in ’t alg. a. eig., (tegen of op iets...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: