Wat is de betekenis van nationaliteitsbeginsel?

o., het beginsel dat iedere nationaliteit het recht heeft een eigen staat te vormen.

nationaliteitsbeginsel - Zelfstandignaamwoord 1. (politiek) de gedachte dat ieder volk recht op een eigen staat heeft 2. (juridisch) rechtsbeginsel dat de toepassing van de strafwet afhankelijk stelt van de nationaliteit van de dader Woordherkomst samenstelling van nationaliteit en beginsel met het invoegsel -s-

o. (beginsel, dat iedere nationaliteit het recht heeft een eigen staat te vormen).

Volgens dit beginsel komt aan iedere natie van nature het recht toe om staatkundig een eenheid en een zelfstandigheid te zijn, met voorbijzien zelfs van hetgeen historisch is geworden. Het n. werd het eerste geformuleerd in 1851 door den Ital. volkenrechtskundige Mancini. Cavour heeft het benut voor zijn strijd om de eenheid van Italië, Bismar...

(nasionali'teidz) o. beginsel dat iedere nationaliteit of volk het recht heeft een eigen staat te vormen.

o., 1. het beginsel dat iedere nationaliteit het recht heeft een eigen staat te vormen; 2. rechtsbeginsel dat de toepassing van de strafwet afhankelijk stelt van de nationaliteit van de dader. Het nationaliteitsbeginsel is in het volkenrecht het politieke beginsel volgens hetwelk de vraag, tot welke staat enig grondgebied moet behoren, beslist wo...

Nationaliteitsbeginsel. - Hieronder verstaat men in het Volkenrecht het beginsel, dat voor de vraag tot welken staat eenig grondgebied moet behooren, beslissend moet zijn de nationaliteit der bevolking, zooals die zich uit in taal, gewoonten, sympathieën, enz. Bij veroveringsoorlogen wordt telkens op dit beginsel een beroep gedaan. Zoo beriep Itali...

de leer dat elke natie (zie ald.) een zelfstandigen staat behoort uit te maken.

...