Wat is de betekenis van Murf?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

murf

murf - Zelfstandignaamwoord 1. mond, smoel, bek Daar is nu Martha; wel, zy babbelt van 's ochtends, tot des avonds, maar zy spreekt als een Vrouw; haar murf staat geen oogenblik stil, maar zy praat van haar wasch, en van de keuken; en zo hoort het.. Zie ook murw

2025-07-25
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

murf

zie pukkel.

2025-07-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

murf

murwe; murwer, murfste, sag.

2025-07-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

murf

hoofd; gezicht.

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Murf

Murf v. (murven), (gew.) (plat) mond, bek, smoel.