Monoftong
m. (-en), enkele klinker.
Wiktionary (2019)
monoftong - Zelfstandignaamwoord 1. (taalkunde) de benaming voor één enkele klinker die de nucleus vormt van een lettergreep ♢ Het overgaan van een monoftong in een diftong wordt diftongering genoemd. Woordherkomst Afkomstig van het Oudgriekse μονόφθογγος (met het voorvoegsel mono-)...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
zn [v. Gr. monos = alleen, en phtoggos = klank] (taalk.) één enkele klinker (tegenover tweeklank, zie diftong).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: