Gepubliceerd op 04-12-2017

monoftong

betekenis & definitie

monoftong - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) de benaming voor één enkele klinker die de nucleus vormt van een lettergreep
Het overgaan van een monoftong in een diftong wordt diftongering genoemd.

Woordherkomst
Afkomstig van het Oudgriekse μονόφθογγος (met het voorvoegsel mono-)

Verwante begrippen
monoftongering, tweeklank, diftong, triftong, diftongering, triftongering