Mono
(Gr. monos), alleen, enkel.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
via één kanaal. via enkelvoudige geluidsweergave; via één kanaal; via één luidspreker. Voorbeelden: Het doek in de bioscoop was al groot, dus men ging naar een breder beeld en beter geluid (van mono naar meer kanalen) [...]. Tevens kwam er ruimte voor meerdere geluidssporen. Het voordeel hier...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
Mono - Zelfstandignaamwoord 1. (taal) een taal die op de Solomon-eilanden gesproken wordt ♢ Hoeveel mensen kennen het Mono eigenlijk?
Muiswerk Educatief (2017)
mono - bijvoeglijk naamwoord mono- - woorddeel uitspraak: mo-no 1. geluid dat over één spoor is opgenomen ♢deze oude platen zijn nog mono 2. één ♢monotoon = op één toon Bijvoe...
Jan van der Plas & Mike Schepers (2003)
Vorm van geluidsweergave, waarbij het geluid naar één spoor is teruggemixt. Bij het afluisteren van een mono opname zal uit alle boxen hetzelfde signaal komen, dit in tegenstelling tot stereo. Mono was tot de jaren zestig de standaard, daarna werd stereo de norm. Monoplaten klinken minder breed dan stereoplaten, maar wel erg compact. Heel af en toe...
Riemer Reinsma (1975)
Monofonie resp. monofonisch (of monauraal?) Tegengestelde van stereo. Geluidsweergave zonder effect. De stereoliefhebbers zijn ook reeds lang te grazen genomen met de zogenaamde stereo. Dat bleek helemaal geen stereo te zijn maar een opgepepte mono. HlTWEEK 1968 nr. 42, 6
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: