Wat is de betekenis van Monoloog?

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Monoloog

m. (-en), 1. alleenspraak; — (scherts.) een gesprek kan hij niet voeren , hij kan alleen monologen houden, in het gesprek laat hij een ander niet aan het woord komen; 2. kort stuk, bestemd om door één persoon te worden voorgedragen.

2025-07-27
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

monoloog

Een monoloog is een toespraak die wordt gehouden door één persoon, waarbij er geen interactie is met andere sprekers. Het is een vorm van communicatie waarbij één individu gedurende een bepaalde periode spreekt en zijn gedachten, gevoelens, ideeën of verhalen deelt zonder onderbreking. Monologen kunnen voorkomen in...

2025-07-27
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Monoloog

Een monoloog is een betoog waarbij één persoon continue aan het woord is, en er niet altijd luisteraars zijn. Het begrip ‘monoloog’ stamt af van het Griekse woord ‘monos’ dat één en alleen betekent. Het Griekse woord ‘logos’ betekent idee of woord. De betekenis van het woord monoloog z...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

monoloog

monoloog - Zelfstandignaamwoord 1. een gesprek gevoerd door één persoon, meestal op toneel Hij hield een lange monoloog waar helaas niemand wat van begreep. Woordherkomst met het voorvoegsel mono- en met het achtervoegsel -loog

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

monoloog

monoloog - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-no-loog 1. gesprek waarbij één persoon aan het woord is ♢hij hield een lange monoloog en het publiek luisterde Zelfstandig naamwoord: mo-no-loog de monoloog ...

2025-07-27
De Communicatieprofessional

Piet Hein Coebergh (2015)

monoloog

Eenzijdige communicatie.

2025-07-27
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

monoloog

Een monoloog is: 1) alleenspraak, m.n. in een toneelstuk; oudste theatrale vorm; 2) kort stuk, bestemd om door één persoon te worden voorgedragen.

2025-07-27
Begrippenlijst drama

Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)

Monoloog

Oudste theatrale vorm. Aaneengesloten tekst of instelling waarin één persoon sprekend optreedt, dat tegen zichzelf of tot niemand van de medespelers gericht is. Literatuur - H. van Dam, Theater in gebruik

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Monoloog

[v. Gr. monos = alleen, en logos = woord, rede] alleenspraak, met name in toneelstukken. Sinds het begin van de 20e eeuw is er in romans en novellen de zogeheten 'innerlijke monoloog' (vertaling van Fr. monologue intérieur), waarin de romanfiguur in de directe rede spreekt, en een directe weergave wordt gegeven...