Monoloog
m. (-en), 1. alleenspraak; — (scherts.) een gesprek kan hij niet voeren , hij kan alleen monologen houden, in het gesprek laat hij een ander niet aan het woord komen; 2. kort stuk, bestemd om door één persoon te worden voorgedragen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), 1. alleenspraak; — (scherts.) een gesprek kan hij niet voeren , hij kan alleen monologen houden, in het gesprek laat hij een ander niet aan het woord komen; 2. kort stuk, bestemd om door één persoon te worden voorgedragen.
ChatGPT (2023)
Een monoloog is een toespraak die wordt gehouden door één persoon, waarbij er geen interactie is met andere sprekers. Het is een vorm van communicatie waarbij één individu gedurende een bepaalde periode spreekt en zijn gedachten, gevoelens, ideeën of verhalen deelt zonder onderbreking. Monologen kunnen voorkomen in...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Redactie Ensie (2022)
Een monoloog is een betoog waarbij één persoon continue aan het woord is, en er niet altijd luisteraars zijn. Het begrip ‘monoloog’ stamt af van het Griekse woord ‘monos’ dat één en alleen betekent. Het Griekse woord ‘logos’ betekent idee of woord. De betekenis van het woord monoloog z...
Wiktionary (2019)
monoloog - Zelfstandignaamwoord 1. een gesprek gevoerd door één persoon, meestal op toneel ♢ Hij hield een lange monoloog waar helaas niemand wat van begreep. Woordherkomst met het voorvoegsel mono- en met het achtervoegsel -loog
Muiswerk Educatief (2017)
monoloog - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-no-loog 1. gesprek waarbij één persoon aan het woord is ♢hij hield een lange monoloog en het publiek luisterde Zelfstandig naamwoord: mo-no-loog de monoloog ...
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Een monoloog is: 1) alleenspraak, m.n. in een toneelstuk; oudste theatrale vorm; 2) kort stuk, bestemd om door één persoon te worden voorgedragen.
Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling (2001)
Oudste theatrale vorm. Aaneengesloten tekst of instelling waarin één persoon sprekend optreedt, dat tegen zichzelf of tot niemand van de medespelers gericht is. Literatuur - H. van Dam, Theater in gebruik
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Gr. monos = alleen, en logos = woord, rede] alleenspraak, met name in toneelstukken. Sinds het begin van de 20e eeuw is er in romans en novellen de zogeheten 'innerlijke monoloog' (vertaling van Fr. monologue intérieur), waarin de romanfiguur in de directe rede spreekt, en een directe weergave wordt gegeven...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: