modicus
módicus (-a, -um), - van Lat. modus, maat: de juiste maat houdend, middelmatig, groot noch klein.
Dr. C. A. Backer (1936)
módicus (-a, -um), - van Lat. modus, maat: de juiste maat houdend, middelmatig, groot noch klein.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
1. eig., zowel van hetgeen juist van pas is, behoorlijk, tamelijk groot, - sterk en dgl., als ook van hetgeen eerder klein dan groot is, matig, middelmatig, niet al te groot, niet aanzienlijk, na Augustus ook c. gen., virium, ten opzichte van enz., Vell., originis, van geen aanzienlijke afkomst, Tac. 2. overdr., gematigd, matig, bezon...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: