Matschudding
v., 1. onderste gedeelte van een lading graan, rijst e.d. dat waterschade heeft; 2. (fig.) iets waaraan ,,een luchtje” is; 3. (gew.) drukte, lawaai: maak niet zo'n matschudding; — (Barg.) ruzie.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. onderste gedeelte van een lading graan, rijst e.d. dat waterschade heeft; 2. (fig.) iets waaraan ,,een luchtje” is; 3. (gew.) drukte, lawaai: maak niet zo'n matschudding; — (Barg.) ruzie.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1844) (Barg.) lawaai, herrie; ruzie, herrie. Eigenlijk: gruis van koren, rijst enz. 'Maak nu geen matschudding': hou je kalm. • Och en dat is ook allemaal matschudding voor niks ! (De gids: nieuwe vaderlandsche letteroefeningen. Volume 11, deel 1. 1847) • Maar dat zeg ik je, meneer! al maakt hij ook nog zoo'n matschudding en al is h...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Ewoud Sanders (2019)
drukte, lawaai; ruzie In deze betekenis in 1897 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Het woord matschudding bestaat al sinds de 17de eeuw. Oorspronkelijk was het een scheepsterm. De oudste definitie, afkomstig uit een zeeman...
Jozef Verschueren (1930)
('mat) v. [wat op een mat uitgeschud wordt] I. Eig. onderste gedeelte van een lading graan, dat waterschade heeft. II. Metf. 1. zaak waar een luchtje aan is. 2. uitschot : iemand voor schelden. matshamer ('mats) m. (-s) Eert. strijdhamer.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. onderste gedeelte van een lading graan, rijst e.d. dat waterschade heeft; 2. (fig.) iets waaraan een luchtje is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: