Marode
(<Fr.), v., in de' uitdr. op marode gaan, 1. (volkst.) gaan pierewaaien, scharrelen; 2. (Zuidn.) uit stelen gaan.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), v., in de' uitdr. op marode gaan, 1. (volkst.) gaan pierewaaien, scharrelen; 2. (Zuidn.) uit stelen gaan.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[v. Fr. maraude = het plunderen, plundertocht] 1. op marode gaan, (Z.N.) uit stelen gaan; (Noordned.) gaan pierewaaien; 2. (Barg.) armoede (zie merode). maroderen [Fr. marauder] plunderen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
v.; stroperij, plundering door soldaten, die op den boer uit stelen gaan: zegsw. op marode zijn of gaan; ook: (Fr.) maraude.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Fr.], v., stroperij, plundering door soldaten: op gaan, plunderen; (ook) pierewaaien; (ook) stelen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: