Wat is de betekenis van Marodeeren?

2025-07-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

marodeeren

marodeeren - heimelijk plunderend rondzwerven.

2025-07-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Marodeeren

MARODEEREN, (marodeerde, heeft gemarodeerd), stroopen, uit stelen gaan.

Gerelateerde zoekopdrachten