Wat is de betekenis van lummel, lummelbout?

2025-07-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

lummel, lummelbout

(1906) (Barg.) mannelijk geslachtsdeel. • Lummelbout: mannelijkheid. (Köster Henke: De Boeventaal. 1906) • Lummelbout: mannelijk deel. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • (Geïllustreerde Encyclopedie van de Sexualiteit. Ned. vertaling van The Visual Dictionary of Sex. H.J.W. Becht-Amsterdam. 1977-1980. Woordenlijst...