Wat is de betekenis van loopstok?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loopstok

m. (-ken), deel van een haspel.

2025-07-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

loopstok

(de, -ken), wandelstok. Ik ben kortgeleden nog regelmatig in het ziekenhuis geweest en dan kreeg je medelijden met wat je daar op de orthopedische afdeling zag. Hinkende mensen, kinderen die door de ouders worden gedragen, mensen met krukken of met loopstokken (WS 27-1-1983). - Etym.: Van S wakatiki (waka = lopen; tiki = o.m. stok). Zie ook wandele...

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Loopstok

Loopstok m. (-ken), deel van een haspel; ...STRIJD, m. (-en), wedloop; ...TIJD, m. (-en), tijd dat een wissel loopt; ...TOUW, o. (-en), (zeew.) touw om op te klimmen, klimstag; ...VELD, o. (-en), loopplaats; ...VLAK, o. (-ken), loopvlak der rails, bovenoppervlakte der rails waarover de wielen loopen; ...VOET, m. (-en), (nat. hist.) voet die ge...

Gerelateerde zoekopdrachten