Wat is de betekenis van leef?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

leef

leef - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leven ♢ Ik leef 2. gebiedende wijs van leven leef! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leven leef je?

2025-07-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

leef

geleef, nie dood wees nie; woon; bestaan; omgaan met; in gedagte bly voortbestaan; intens bestaan; wemel.