Wat is de betekenis van larderen?

(lardeerde, heeft gelardeerd), (<Fr.), 1. doorspekken, dunne reepjes spek tussen vlees steken. 2. (fig.) larderen met..., doorspekken met...; (fig.) een goed gelardeerde beurs, goed gevuld.

larderen - Werkwoord 1. volstoppen met, voorzien van 2. (ov) (kookkunst) (d.m.v. een lardeernaald) met dunne reepjes spek doorrijgen Woordherkomst Naamwoord van handeling van het Franse larder (met het achtervoegsel -eren) Verwante begrippen pikeren

larderen - regelmatig werkwoord uitspraak: lar-de-ren 1. reepjes spek in vlees verwerken ♢ het gelardeerde vlees krijgt een lekkere speksmaak 1. iets ergens mee larderen [er onderdelen van iets and...

Het met reepjes spek doorrijgen van bijvoorbeeld mager rauw vlees om te voorkomen dat dit tijdens het bereiden uitdroogt.

[Fr. Iarder] 1 (cul.) mager vlees, vis, gevogelte of wild met reepjes spek (of tong e.d.) doorrijgen om het meer smaak te geven; 2 (fig.) doorspekken, spekken (bijv.: een gesprek - met geestige opmerkingen); een gelardeerde beurs, een goed gespekte (gevulde) portemonnee.

met spekreepjes doorrijgen

bespekken, met spekreepjes doorrijgen.

gelardeerd (Fr. met reepjes spek doorsteken of opvullen; [door]spekken; ook fig.): een goed gelardeerde beurs, gespekte.

met spekreepjes opvullen.