[Fr. Iarder]
1 (cul.) mager vlees, vis, gevogelte of wild met reepjes spek (of tong e.d.) doorrijgen om het meer smaak te geven;
2 (fig.) doorspekken, spekken (bijv.: een gesprek - met geestige opmerkingen); een gelardeerde beurs, een goed gespekte (gevulde) portemonnee.