Wat is de betekenis van Krause?

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Krause

jabot, geplooide halskraag; kroes kruik.

2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Krause

Karl Christian Friedrich, Duits filosoof, *6. 5.1781 Eisenberg (Thüringen), ♱27.9.1832 München. Krause studeerde bij J.G.Fichte en F.Schelling te Jena. Pogingen om hoogleraar te worden, mislukten. Hoewel hij gebukt ging onder de miskenning van zijn betekenis als filosoof en onder financiële zorgen, bleef hij bezield door grote ideale...

2025-07-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Krause

Krause (Karl Christian Friedrich), Duitsch wijsgeer, 1781—1832, privaat-docent te Jena, Berlijn en Göttingen, waar hij het echter nergens tot een professoraat bracht. Te München werd hij zelfs door Schelling’s tegenwerking niet als priv.doc. toegelaten. Hij was een zachte, zedelijk hoogstaande, vrome, ondanks alle teleurstellingen en broodzorgen op...

2025-07-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Krause

Krause (Karl Christian Friedrich), een uitstekend wijsgeer, geboren den 6den Mei 1781 te Eisenberg in Altenburg, bezocht de hoogeschool te Jena en vestigde zich aldaar als privaatdocent. Het gevoelen, dat de menschheid op aarde een deel uitmaakt van een meer verheven gebied der geesten, gaf aan zijne studie en werkzaamheid eene eigenaardige rigting...