Wat is de betekenis van kleermaker?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kleermaker

m. (-s), snijder, iem. die tot beroep heeft het vervaardigen van kleren, t.w. van bovenkleding (voor mannen); ook: die een zaak heeft waar zulke kleren gemaakt worden; — zitten als een kleermaker, met onder het lijf gekruiste benen ; — militaire kleermaker, die uniformen voor militairen vervaardigt.

2025-07-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

kleermaker

iemand die kleren maakt en repareert. iemand die zich voor zijn beroep bezighoudt met het maken en/of vermaken, repareren en verkopen van kleren; handwerksman die het maken (snijden en naaien) en vermaken van kleren tot zijn vak heeft; ook: het beroep van kleermaker. Voorbeelden: De kleermaker [...] vertelt ons hoe erg het wel gestel...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kleermaker

kleermaker - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) iemand wiens beroep bestaat uit het maken van kleding Woordherkomst Naamwoord van handeling van kleermaken met het achtervoegsel -er Synoniemen tailleur, snijder, coupeur Verwante begrippen mannelijke vorm van kleermaakster

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kleermaker

kleermaker - zelfstandig naamwoord uitspraak: kleer-ma-ker 1. iemand die voor z'n beroep kleren op maat maakt ♢ dit pak is gemaakt door een kleermaker Zelfstandig naamwoord: kleer-ma-ker de kleermaker ...

2025-07-26
Lexicon van het bijgeloof

Walter Gerlach (2000)

Kleermaker

→ Beroepen.

2025-07-26
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Kleermaker

Kleermakers zijn mensen die iets voor ons moeten doen wat wijzelf niet aandurven, maar wat ons wel van pas komt. De kleermaker in een droom wijst op ons gebrek aan moed in de waaktoestand, op de ontbrekende besluitvaardigheid om zelf creatief bezig te zijn; soms ook op het niet meer verder kunnen op eigen kracht. Zijn we zelf de kleermaker in de dr...

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Kleermaker

s., skroar, mânljus-skroar, mansskroar, snider, kleanmakker.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

kleermaker

m. -s (persoon, die kleren maakt), ook: klerenmaker. kleermakerswinkel m. -s.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Kleermaker

Werkwoord: de maat nemen, iem. een kledingstuk aanmeten, passen, inspelden, afspeten, knippen, snijden, tarnen, tornen, aftarren (Zn.), aftornen, uittarnen, uittornen, een kleed uitleggen, een kleed innaaien, een zoom inleggen, een stof inhalen, rimpelen, beleggen, stofferen, met kant bezetten, garneren, garnieren (Zn.), galonneren, smokken,...