kerel, m. (-s)
1. manspersoon, met het begrip van forsheid en kracht: hij is een flinke — om te zien; (in sterker opvatting) man van stevige, forse lichaamsbouw: een van een vent; ook iron. voor: een klein, nietig ventje, die meent dat hij wel wat is; sterke man; een die het hem nadoet, dat moet al een sterke vent zijn die dat doen kan; 2. moedig, manhaftig...