Wat is de betekenis van karmijn?

o., 1. wijnrode verfstof voor kunstschilders, afkomstig van de cochenille, later kunstmatig bereid; — in verb. en samenst. ook voor andere kleuren gebezigd: paarse karmijn; karmijnblauw, -bruin, -groen; 2. rode kleur als van karmijn; iets dat rood als karmijn is: het karmijn der tulpen.

karmijn - Zelfstandignaamwoord 1. een rode kleurstof die wordt gewonnen uit een soort schildluis, de Cochenilleluis, Dactylopius coccus Costa ♢ Karmijn wordt wel vaker gebruikt als kleurstof voor voedingsmiddelen, of bijvoorbeed in cosmetica zoals lippenstift. Synoniemen coche...

Donkerrode kleurstof, gewonnen uit de cochenilleluis.

[Fr. carmin, van MLat. carminus, voor carmesimus, van Arab. qirmazi = van de kermes, z.a.] bep. wijnkleurig rode verfstof.

rode kleur

vuurrode kleurstof, opgebouwd uit koolstof, waterstof en zuurstof; wordt uit een bepaalde soort luis gewonnen (in Mexico op de cactusplantages). Uit 150 000 luizen verkrijgt men 100 g kleurstof. Karmijn wordt gebruikt voor het verven van wol en zijde, ook voor suikerwerk en voor het schminken. Het wordt ook synthetisch vervaardigd.

organisch verfextract, bereid uit gedroogde wijfjes van de cochenilleluis. Gebruikt voor kleuring van microscopische preparaten. Door synthetische kleurstoffen verdrongen.

o., kostbare, rode verfstof.

(Fr. carmin), wijnrode kleurstof, bereid uit cochenille*.