Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Karmijn

betekenis & definitie

o.,

1. wijnrode verfstof voor kunstschilders, afkomstig van de cochenille, later kunstmatig bereid; — in verb. en samenst. ook voor andere kleuren gebezigd: paarse karmijn; karmijnblauw, -bruin, -groen;
2. rode kleur als van karmijn; iets dat rood als karmijn is: het karmijn der tulpen.

< >