instinkt
instinkt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instinken ♢... dat jij instinkt2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instinken ♢... dat hij instinkt
Wiktionary (2019)
instinkt - Werkwoord 1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instinken ♢... dat jij instinkt2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van instinken ♢... dat hij instinkt
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
(in'stinkt) o. [Fr. < Lat. instinctus] 1. ingeschapen drift bij mensen en dieren tot onbewust doeltreffend handelen: het tot zelfbehoud bij de mens; de begeerte om te zwemmen bij watervogels is een -. Syn. ➝ aandrift. 2. Uitbr. aangeboren geestesgave, intuïtie.
Dr. C.J. Wijnaendts Francken (1925)
(Lat. van instinctus = aandrift, van instinguere = aandrijven). Het aangeboren automatisme, in tegenstelling van datgene wat eerst gedurende het leven als gewoonte wordt eigen gemaakt. Een bij overerving verkregen natuurdrift, door welke zonder voorafgaande persoonlijke ervaring, aanleering of overlegging en zonder dat het doel der handeling gekend...
M.C. Nieuwbarn O.P. (1910)
natuur-, aandrift: een zielevermogen van menschen en dieren, dat aan de onbewust-doelmatige handelingen te gronde ligt; is beperkt tot het zinnelijk gebied en sluit het vormen van algemeene begrippen enz. uit. Het dier bezit uitsluitend instinkt; de mensch bovendien de rede.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: