inops
inops, - van Lat. in, ontk. voorv.; ops, ongebruikelijke 1e nv. enkv. bij mv. opes, vermogen: onvermogend, arm.
Dr. C. A. Backer (1936)
inops, - van Lat. in, ontk. voorv.; ops, ongebruikelijke 1e nv. enkv. bij mv. opes, vermogen: onvermogend, arm.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ŏpis 1. onbemiddeld, arm, overdr. = arm aan woorden, - gedachten, - stof, ook = armzalig, gebrekkig, armelijk; arm (aan iets), ontbloot (van iets), iets ontberend, zonder iets, -loos, somni cibique, zonder slaap en eetlust, Ov., verborum en verbis, arm aan woorden, Cic., amicorum en ab amicis, zonder vrienden, Cic...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: