Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Ĭnops

betekenis & definitie

ŏpis

1. onbemiddeld, arm, overdr. = arm aan woorden, - gedachten, - stof, ook = armzalig, gebrekkig, armelijk; arm (aan iets), ontbloot (van iets), iets ontberend, zonder iets, -loos, somni cibique, zonder slaap en eetlust, Ov., verborum en verbis, arm aan woorden, Cic., amicorum en ab amicis, zonder vrienden, Cic. | machteloos, onmachtig, onvermogend, s u b s t., machteloze.
2. hulpeloos, radeloos.

< >