Wat is de betekenis van Hobby?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hobby

(Eng.), v. (-'s), stokpaardje: ieder heeft zijn hobby; — liefhebberij.

2025-07-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

hobby

(zelfstandig naamwoord) [alg.] liefhebberij, vrijetijdsbesteding - Als je van je liefhebberij je werk maakt, hoef je nooit meer te werken. - Als je van je liefhebberij je werk maakt, heb je geen liefhebberij meer. [overdr.] stokpaardje - Zijn stokpaardje was de marktwerking in de zorg.

2025-07-26
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Hobby

Een hobby is een liefhebberij of bezigheid ter ontspanning voor in de vrije tijd. Een hobby wordt uitgevoerd voor het plezier, en niet als betaald werk. Een hobby is een veelal persoonlijke aangelegenheid waarbij voldoening voorop staat. Het uitvoeren van een hobby kan ook kennis, ervaring en vaardigheid opleveren. Voorbeelden van hobby’s zij...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hobby

hobby - Zelfstandignaamwoord 1. een liefhebberij of bezigheid ter ontspanning voor in de vrije tijd Mijn hobby is het maken van websites en computerprogramma's. hobby - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hobbyen ♢ Ik hobby...

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hobby

hobby - zelfstandig naamwoord uitspraak: hob-bie 1. wat je in je vrije tijd graag doet ♢ haar hobby is borduren Zelfstandig naamwoord: hob-bie de hobby de hobby's ...

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Hobby

liefhebberij; vrijetijdsbesteding

2025-07-26
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Hobby

een liefhebberij die men regelmatig, doelbewust en met veel plezier in zijn vrije tijd bedrijft. B.v. musiceren, sport beoefenen, lezen, knutselen, verzamelen.’De hobby vormt een goed tegenwicht tegen de ingespannen arbeid en is een zinvolle aanwending van de vrije tijd. De hobby kan soms in dienst staan van de arbeidstaak (b.v. het experimen...

2025-07-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

hobby

(de, -’s), iets waarop men erg gesteld is; hartstocht, ambitie. Ik moet twee honden hebben, een poedel en een buldog. Hun hobby moet bijten zijn (Doelwijt 1971: 43). Zusterlief, je blijft een vrouw en een schatje. Maar één ding heb je verkeerd: de bonoeman als hobby (Cairo 1976: 25). - Etym.: E en AN h. = liefhebberij, d.i. iet...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Gouden horizon encyclopedie

Dr. B.M. Parker (1959)

HOBBY

In de tijd, dat de meeste arbeid nog met de hand verricht werd, was er heel weinig tijd voor liefhebberijen. Zelfs kinderen werkten in sommige gevallen niet minder dan 15 of 16 uur per dag. Tegenwoordig is de achturige werkdag voor volwassenen heel normaal geworden. Veel mensen werken zelfs minder. Voor jongens en meisjes duurt een normale schoolda...