Hij heeft van de gerstebrooden niet gegeten
Brooden, (gerste), 2 Koning. 7: 17—20. Dit spreekwoord o. a. bij van Duijse, bl. 196, en van Sandwijk onder de spreekwoorden over brooden voorkomende, heeft de beteekenis: hij is niet van de schrandersten, of: hij is niet achter het fijne van de zaak. Het is dus van dezelfde beteekenis als de spreekwijze, aan de geschiedenis van Judas...