hij heeft niet van de gerstebroden gegeten
hij heeft geen goede gaven ontvangen; later, bij uitbreiding: hij is niet al te snugger.
J. van Delden (1982)
hij heeft geen goede gaven ontvangen; later, bij uitbreiding: hij is niet al te snugger.
J. van Delden (1982)
Hij heeft geen goede gaven ontvangen; later, bij uitbreiding: hij is niet al te snugger. Uit het verhaal over de spijziging van de honderd (Elisa te Gilgal): Er was een man gekomen uit Baäl-Salisa; deze bracht de man Gods in zijn tas brood van de eerstelingen, twintig gerstebroden en vers koren. En hij zeide: Geef het aan het volk, opdat zij eten....
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: