heet hangijzer
(1940+) (fig.) iets hachelijks, iets neteligs, iets onaangenaams. Oorspr. (in de middeleeuwen) een ijzeren staaf die gloeiend werd gemaakt (een handijzer), gebruikt bij het godsoordeel: de beschuldigde moest de staaf aanpakken om zijn schuld of onschuld te doen blijken. Later (vanaf de 17e eeuw) werden ‘handijzers’ in de volksmond &lsqu...